Al jaren fantaseren we over het openen van een eigen restaurant. Zowel tijdens het werk in restaurants als in onze vrije tijd, terwijl we uiteten gingen. Toen we in 2019 met z’n allen bij Noma aten (daarvan is de foto), wisten we het zeker: we gaan het doen. Maar het leek iets voor in de toekomst, voor als we echt volwassen waren. Eerst zou Jord nog gaan werken in Tokio en Parijs, en dan misschien over vijf… tien jaar? Tot we vorig jaar ineens thuis kwamen te zitten, zowel Parijs als Utrecht zat op slot. Eigenlijk was dat het begin van een nieuw avontuur… Ineens hadden we tijd om na te denken, wat hebben we eigenlijk nog nodig om een restaurant te starten?
Voor Roy en mij, Birk, was het antwoord op die vraag heel simpel: Jord. Wij weten wel hoe we een top-avond moeten verzorgen, met wijn en koffie tot in de puntjes uitgedacht. Maar wat hebben we daaraan zonder kok, vroegen we ons af.
Tijdens de kerst zagen we elkaar. En naast dat het heel gezellig was, kwamen we erachter dat we eigenlijk alledrie hetzelfde idee hadden: het beginnen van een restaurant. Niet over jaren, maar eigenlijk zo snel mogelijk. Sindsdien staken we onze koppen (meestal digitaal) bij elkaar en werkten we een plan uit. We hoefden over de visie en vorm niet heel lang na te denken, daarover zaten we al snel op een lijn: vuur, verantwoordelijk, vin naturel en zero waste.
We begonnen meteen met de voorbereiding, zo maakten we deze magnoliasiroop en -azijn. Die zijn dus binnenkort bij ons te proeven. Ook experimenteren we met een soort kappertjes gemaakt van de binnenkant van de bloem. Want we wilden maar meteen goed beginnen met niets weg te gooien. Als het goed is hebben we dan aan het begin meteen een stuk of vijf magnolia-ingrediënten: azijn, siroop, de bloemen uit de azijn/siroop, kappers én het zout waarin we de kappers gepekeld hebben, weer teruggedroogd.